Ik start in Grubbenvorst met vijf medefietsers. Dit aantal wordt in Sevenum verdubbeld zodat we met twaalven richting Duitsland vertrekken. Er staat een prachtig ochtendzonnetje en zo goed als geen wind. Een haas bukt in de wei en denkt wellicht, zo zien ze mij niet. In Venlo fietsen we over de Stalberg met zijn aparte architectonische woningen. Verder langs de Kriekenbeckersee, nu kan het nog, later op de dag loopt het hier over met voetgangers.

Dan volgt een stevige klim, de eerste en naar later blijkt ook de laatste van deze rit. We komen door diverse kleine plaatsjes en af en toe heb ik het idee dat we door achtertuinen rijden. Dan komen we in de weidse weilanden van het stroomgebied van de Nette en de Niers . Het koren en andere graansoorten staan rijp op de velden. Een enkel perceel is reeds gemaaid en de lucht van vers stro kruipt in mijn neus. Het maïs is inmiddels manshoog en belemmerd voor ons het uitzicht, jammer want de wereld is zo mooi hier. We passeren het mooie klooster Abtei Mariendonk.

De pauze is in Wachtendonk waar een redelijk slap kännchen kaffee wordt geserveerd. De zon schuift inmiddels achter de wolken maar dat drukt de pret niet. In een stevig tempo worden de laatste veertig kilometer weggetrapt. De grens over bij de Grote Heide en dan via het Joamerdal , Zuiderbrug , Hout Blerick en Maasbree naar het terras in Sevenum. Inmiddels is de zon er weer; dus goed toeven hier. Na 120 kilometer terug in Grubbenvorst met een voldaan en tevreden (fiets)gevoel.

Groetjes Jo Hendriks